Menu

Column verpleegkundige Ellis: 'Van de hel naar de hemel…'

18 februari 2019

Ellis Bodifée, verpleegkundige op afdeling 2 (amputatie, traumatologie en orthopedie/cardio) van Adelante in Hoensbroek schrijft graag haar gedachten en ervaringen als verpleegkundige op 'papier'. Vandaag weer een nieuwe column van haar hand. 

In aanwezigheid van een stagiaire ben ik aan het opnamegesprek van een pas gearriveerde revalidant begonnen. De man ligt behoorlijk in de kreukels; zijn schouder en knie zijn op meerdere plaatsen gebroken. Het is twee weken na zijn operatie nu en in dit eerste contact wordt al snel duidelijk dat afgelopen weken er flink hebben ingehakt bij de zeer slechtziende man. Als hij begint te vertellen, voel ik aan alles dat de emoties aan de oppervlakte liggen. De afhankelijkheid die hij in het ziekenhuis ervaren heeft, liet een grote indruk achter. Het lijkt mij zinloos om meteen met de praktische zaken van start te gaan. Ik vraag of de stagiaire even kan polsen of er ruimte is om onze pauze een half uur te verplaatsen. En dat kan vandaag. Meneer begint te vertellen over de, op zijn zachtst gezegd, pittige tijd die hij achter zich laat. Al heel wat jaren terug is er diabetes bij hem gediagnostiseerd en laat zijn gehoor het ernstig afweten, maar hij neemt ons vooral mee naar 2016 waar hij een levertransplantatie moest ondergaan. Dit verliep eigenlijk zonder al te veel problemen, los van zijn fragiele weerstand. Meneer zei het later in een gesprek op een pakkende manier: Als een vlieg een scheet laat, lig ik 3 weken plat met een verkoudheid! Het is pittig, maar nog enigszins overzichtelijk tot het moment dat hij het zicht van zijn linkeroog binnen drie weken tot 80% kwijt raakte. Als zijn rechteroog enige weken later dezelfde verschijnselen vertoont, raakt meneer pas écht in paniek. Het is maar goed dat hij zelf meteen handelde -na diverse keren van artsen te moeten vernemen dat niemand raad wist met deze onvoorziene situatie- en hielp een stootkuur Prednison om vollédige blindheid tegen te gaan. Mijnheer ziet nu nog voor ongeveer 20%. Er volgt een zware depressie, maar hij hervindt zijn levensmoed langzaamaan door de hulp en steun van vooral zijn echtgenote en kinderen. Het lijkt eindelijk weer de goede kant op te gaan als meneer een ongelukkige val over zijn jongste kleinkind maakt. Uit angst de peuter te bezeren, wat overigens niet gebeurde, gooit meneer zichzelf opzij met bovenstaande breuken als resultaat. Alsof het nog niet genoeg is geweest! De moed zakt meneer weer in de schoenen en de bejegening, met momenten, in het ziekenhuis droegen vanzelfsprekend niets positiefs bij aan het gevoel van onvermogen wat er al was; zo begrijp ik uit zijn verhaal. Ik besluit de voorbeelden hier niet aan te halen, maar ik kreeg er plaatsvervangende schaamte van! Kortom, eigenlijk zag hij het opnieuw heel somber in. Meneer uit zijn dankbaarheid voor de ruimte die hij kreeg in dit gesprek, hij weet niet wat hem overkomt.

Ik leg de stagiaire naderhand uit vanwaar mijn keuze om het op deze manier aan te pakken; dat een half uurtje al een groot verschil kan maken op een opnamedag. Dat het voor heel veel mensen een heel spannende dag is en als er een beetje druk van de ketel is, informatie ook nog eens beter blijft hangen.

Wanneer ik na een paar vrije dagen aan de deur van zijn kamer sta, twijfel ik even. Sta ik wel bij de juiste kamer? Op de bedrand zit namelijk een glimlachende man, die me enthousiast begroet. Wat een wereld van verschil! Wauw, ik ben verbaasd. Meneer zelf nog meer, vertelt hij me. Hij komt weer terug op de dag van opname en een gesprek met de maatschappelijk werkster kort erna. Hij stelt zich volledig open en dat lucht enorm op. De dagen erna zie ik hem opbloeien. Het is bijna voelbaar. In de gesprekjes die ik met meneer heb, valt hij geregeld in herhaling. Het voelt als een warm bad waarin hij terecht is gekomen. “Het is alsof ik van de hel naar de hemel ben gegaan”, vertrouwt hij me toe. “Hoe iedereen mij hier behandelt, ik heb er geen woorden voor”. Die positieve gevoelens zie je ook terug in de therapie. Meneer gaat als een speer, geheel tegen ieders verwachting in. Hij kan het bijna niet geloven. Iedere dag brengt hem weer kleine geluksmomentjes en op een avond laat hij mij een gedicht lezen, wat voor hem zijn hele gevoel omvat. Als ik naast hem op de bedrand zit neemt meneer me mee terug in de tijd en hij constateert hardop dat er iets met hem gebeurd is in de nog korte tijd dat hij intern is. Eigenlijk heeft hij zich nog zelden zo goed gevoeld. We moeten er beiden om lachen, want hoe je het ook went of keert, het is geen ideale situatie waarin hij zich bevindt. Meneer heeft tranen in zijn ogen. Het voelt als een soort bevrijding, alsof hij onverwerkt verdriet van vroeger ineens achter zich kan laten. Ik voel met meneer mee. Het is prachtig om te zien! Zo volgen er in de vijf weken dat hij bij ons op de afdeling verbleef nog vaker van die gesprekjes. Er werden mij net even iets te veel credits toebedeeld door meneer, maar voel me vereerd dat ik een kleine bijdrage heb mogen leveren aan het welbevinden van een heel mooi mens. Het gaat u goed. Succes met de laatste loodjes!

<toon alle berichten