Al een aantal jaren behandelt Adelante cliënten met bepaalde chronische pijnklachten succesvol via de methode ‘exposure in vivo’. Die therapie is bedoeld om bij cliënten de angst voor pijn door beweging weg te nemen. Onlangs is onderzoek afgerond naar de toepassing van deze methode op mensen met een complex regionaal pijnsyndroom type 1 (CRPS-1). Daarin werden zowel effect als kosten van de behandeling vergeleken met de fysiotherapeutische behandeling zoals tot nu door de Nederlandse richtlijn wordt voorgeschreven. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Vakgroep Clinical Psychological Sciences van de Universiteit Maastricht, in samenwerking met het Expertisecentrum Pijn en Revalidatie van Adelante.
Onderdeel van het onderzoek dat Marlies den Hollander* samen met haar promotieteam heeft gedaan, vormt het kosteneffectiviteitsonderzoek ook wel doelmatigheidsonderzoek genoemd. Daaruit blijkt dat ‘exposure in vivo’ in de periode tot 6 maanden na behandeling tot een betere kwaliteit van leven leidde dan de fysiotherapie: de behandeling werkt dus beter. En alhoewel de kosten voor een exposurebehandeling hoger zijn dan de kosten voor de reguliere fysiotherapeutische behandeling, maakten patiënten na ‘exposure in vivo’ minder gezondheidszorgkosten in de 6 maanden na de behandeling. Ze namen bijvoorbeeld minder medicijnen dan de mensen in de reguliere behandeling. Dat betekent dat de duurdere exposurebehandeling door een grotere besparing van zorgkosten op de lange termijn uiteindelijk goedkoper is.
Deze resultaten rechtvaardigen het opnemen van ‘exposure in vivo’ als geschikte behandeling voor CRPS-I cliënten met pijngerelateerde angst voor vergoeding via zorgverzekeraars en in nationale en internationale richtlijnen. Cliënten kunnen deze nieuwe behandeling bij Adelante gaan volgen.
*Marlies den Hollander is als psycholoog/gedragstherapeut en senior onderzoeker werkzaam bij Adelante. Op 11 oktober 2018 verdedigt zij haar proefschrift over de nieuwe evidence based behandeling voor cliënten met CRPS-1.