Ellis Bodifée, verpleegkundige op afdeling 2 (amputatie, traumatologie en orthopedie/cardio) van Adelante in Hoensbroek schrijft graag haar gedachten en ervaringen als verpleegkundige op 'papier'. Vandaag deel 17.
Mevrouw loopt mijn richting op, ik probeer vanaf afstand in te schatten hoe zij zich voelt, maar krijg daar niet echt de kans voor. Er volgt een warme omhelzing. Eigenlijk het enige gepaste voor dit moment. Naast tranen, lees ik een soort van opluchting in haar ogen, een gevoel wat ik met haar deel…
Ik denk terug aan de vele momenten die ik met haar en haar echtgenoot, eind 50, heb beleefd. Meneer werd bij ons opgenomen na forse hartproblematiek, postoperatief ernstig gecompliceerd. Maar hij wil er tegenaan en kijkt uit naar de therapieën! Kort hierna volgt, door verschillende medische omstandigheden, een maandenlange ziekenhuisopname waarna wij meneer opnieuw mogen verwelkomen. Van de positief ingestelde man die we eerder hebben leren kennen, is inmiddels weinig meer over. Meneer is belast met veel, héél veel, narigheid en heeft enorm ingeleverd qua conditie. Ik noem even wat voor een beeldvorming; hartfalen, dialysebehoeftig, meerdere moeilijk te genezen wonden, heftige jichtklachten en nog meer medische ellende. Meneer ervaart zijn hulpbehoevendheid als een vreselijke kwelling. Om hulp vragen is een enorme opgave voor hem, terwijl zijn conditie (welke?) juist schreeuwt om hulp. Regelmatig benoemt meneer zijn onmacht, wanhoop, verdriet en spreekt hij uit dat de kwaliteit van -zijn- leven in het gedrang komt. Juist de zelfstandigheid die hem zo kenmerkte, waar hij niet zonder kan, werd bruut van hem afgenomen. Meneer slaapt moeilijk, weet zich letterlijk geen houding te geven en heeft, ondanks een zorgvuldig pijnbeleid, voortdurend pijn. Er zijn momenten dat iedere handeling hem moeite kost, maar toch wil meneer zichzelf zelfstandig verzorgen. Gelukkig dringt het zo nu en dan tot hem door dat hij daarmee energie verspilt die hij tijdens de therapieën zo hard nodig heeft. Dan laat hij zich door ons helpen, hetzij met een niet te missen weerstand.
In het ziekenhuis is meneer het vertrouwen in de medische wereld een beetje verloren. Er zouden fouten gemaakt zijn waardoor meneer zich genoodzaakt voelt om alles wat er op een dag gebeurt op te schrijven. Iets waar hij eigenlijk geen energie voor heeft, maar ja, het helpt hem ook om de regie te bewaren. Het kleine beetje waarover hij nog beschikt. Een dagelijks terugkerend onderwerp in onze gesprekken. De negatieve spiraal van zijn gedachten neemt de overhand, meneer zit als het ware opgesloten in een kleine vicieuze cirkel van ellende. Zijn lichaam werkt al helemaal niet mee…
Op de gang of in het dagverblijf tref ik geregeld de echtgenote van meneer. Ook bij haar liggen allerlei emoties aan de oppervlakte. Mevrouw is er dagelijks en ook zij is inmiddels de wanhoop nabij. Geregeld staan de tranen in haar ogen. Meneer hangt ontzettend aan haar, logisch, maar ook erg belastend. Mevrouw kan maar weinig betekenen voor haar gevoel.
Er volgt een weekend thuis, wanneer dit medisch verantwoord is. Dit werden een paar hopeloze dagen, waarna meneer verslagen en oververmoeid retour kwam. O.a. heftige diarreeklachten gooiden roet in het eten boven op hetgeen er natuurlijk al speelde. Er volgde een openhartig gesprek waarbij beiden heel duidelijk waren over hoe nu verder, niet op deze manier in ieder geval. Meneer vertelde mij het gevoel te hebben afscheid van zijn huis te hebben genomen, wist dat hij op deze manier niet terug naar huis zou kunnen. Mevrouw weet ook dat haar echtgenoot geen man is die kan dealen met ernstige gezondheidsbeperkingen. Meneer raakt steeds somberder gestemd, de levenslust verdwijnt langzaam uit zijn ogen. Er volgen gesprekken over hoe nu verder. Vanzelfsprekend werkt iedereen mee, het hele team stelt een nieuw plan op, binnen de mogelijkheden. Meneer volgt de momenten therapie waar hij het meeste voldoening uit haalt, start later op, het zit ‘m in kleine dingen. We gunnen hem zoveel meer!
Niet alleen psychisch, maar ook op medisch vlak gaat meneer achteruit. Toenemende benauwdheid, onverklaarbare hematomen en wat andere veranderingen in zijn gezondheidstoestand zijn de reden van opnieuw insturen. Op dat moment zegt mijn gevoel dat we meneer niet meer zullen terugzien. Enkele weken hierna vernemen we dat meneer is overleden. Zelden eerder ervoer ik zo’n gevoel van opluchting bij het horen van een dergelijk verdrietig nieuws.