Menu

Column: Grappen, grollen en tandenpoetsen…

6 november 2017

Ellis Bodifée, verpleegkundige op afdeling 2 (amputatie, traumatologie en orthopedie/cardio) van Adelante in Hoensbroek schrijft graag haar gedachten en ervaringen als verpleegkundige op 'papier'. Vandaag deel 13.

Bij het behandelplein tref ik meneer P.*, die ik inmiddels traditioneel begroet met zijn achternaam met ‘tje’ erachter. Overigens totaal niet passend bij het postuur en lengte van meneer, die zo rond de 1.90 meter lang zal zijn. Als ik verder loop, denk ik terug aan de weken die meneer bij ons op de afdeling verbleef. Hij kwam bijna volledig afhankelijk van zorg bij ons binnen na een auto-ongeluk. Al vrij snel steelt deze 50-er de harten van vele collega’s, wat voor leuke momenten zorgt. Ik beschrijf er een paar.

Met enige moeite probeer ik me te focussen op de wondzorg van de kamergenoot van meneer P. Geluiden uit de badkamer leiden me af. Ineens zwaait de deur open en een uitbundige kreet trekt zowel de aandacht van meneer als van mijzelf. Mijn, altijd gezellig aanwezige, collega Alex(andra) roept dat ik moet komen kijken. De man waar ik de wondzorg bij uitvoer, heeft begrip voor de situatie (waarschijnlijk vooral uit nieuwsgierigheid), immers kent ook hij mijn collega inmiddels, haha. Op de douchekruk zit, gelukkig netjes afgedekt, meneer P. met om zijn korte kapsel een grote tulband van handdoeken. Er volgen hilarische taferelen, zeker als (meneer is reeds aangekleed) Alex even later in een nieuwe roze boxershort van meneer over haar uniform heen over de gang loopt, met een blouse erover. De toon is weer gezet, heerlijk. Beide heren beginnen de dag met goede zin. De wondzorg heb ik natuurlijk zorgvuldig afgerond.

Als meneer P. een paar weken later, na hard werken, opknapt en mij vraagt of ik zijn spullen om tanden te poetsen in bed wil aanreiken, kijk ik hem verbaasd aan en zeg op spottende toon: “Dat meen je toch niet serieus?!!”. Meneer kan inmiddels namelijk prima zelf zijn tanden poetsen, daarnaast  willen we hem vooral laten zien wat er allemaal wel goed gaat. En af en toe moeten we meneer ook een beetje stimuleren, eerlijk gezegd. Ik spreek met nadruk af dat hij de dag later in ieder geval aan de wastafel zal zitten voor deze activiteit. Hij belooft het me plechtig, haha. Als ik de dag later op de bel reageer, blijkt meneer al in bed te liggen. Een collega heeft hem geholpen. Ik vraag wat overdreven naar zijn tanden… die moeten nog gepoetst! Het is druk, maar ik sjees naar het kantoor en print snel een A4 met een pictogram van een ‘tandenpoetsgebaar’ uit en plak dat pontificaal midden op de spiegel op zijn kamer. Meneer ziet er de humor wel van in en zijn buurman komt niet meer bij. De boodschap is duidelijk! J

Als ik de dag hierna overdag werk, benader ik een fysiotherapeut die ook wel van een grapje houdt. Ik leg kort uit waar ik voor bel en hij belooft om in de laatste 5 minuten van de therapie aandacht te besteden aan tandenpoetsen, wat niet gebruikelijk is. Als ik naar huis ga, loop ik langs het restaurant waar meneer met zijn gezin zit te eten en ik vraag hem quasi nonchalant naar zijn therapie. We lachen er samen om en ik wens hem een fijne avond.

Als meneer na zo’n 6 weken met klinisch ontslag gaat, worden we uitgebreid bedankt. In een kaart staat een mooie persoonlijke tekst waarbij hij ons als team (en we hebben een leuk team!) nog specifiek bedankt voor de grapjes en plagerijen. Ik voel me natuurlijk niet aangesproken ;)

*Letter achternaam is gefingeerd.

Ps. Ik heb besloten om een volledig blog aan Alex te wijden binnenkort, wordt vervolgd…

Column Ellis Bodifee_13

<toon alle berichten